Verslag van zaterdag 2 februari 2008

Aanwezig zijn Fem, Jopie, Marjolein, Anton, Bert, Hans, Jaap en ik (Ine). Rob is ziek en Frans is naar een cursus.

Jopie heeft van haar collega Jos van Raaij fraaie miniatuurboekjes gekregen, niet alleen in miniformaat gebonden, maar ook nog eens met klein, doch leesbaar druk- en printwerk als inhoud. Zo heeft Jos o.a. alle ansichtkaarten, die de Stichting Boekbehoud tot nu toe uitgegeven heeft over boekbindonderwerpen, gescand en in het klein afgedrukt. Een ander miniatuurboekje bevat zijn eigen etsen.Tot mijn grote verrassing krijg ik via Jopie ook een miniatuurboekje van hem cadeau met als onderwerp 'HBU deel 7, het boekblok' !
Met verbazing en bewondering worden alle boekwerkjes bekeken.


miniboekje even groot als suikerklontje !

Bert heeft eveneens miniatuurwerk bij zich: 'de camera obscura' van Hildebrand (pseudoniem van Nicolaas Beets). Ook wij kunnen dus aan de slag met het maken van een nog leesbaar miniatuurboek!

Bert heeft om handleidingen van de springrug gevraagd. We kunnen hem vertellen dat op internet verschillende beschrijvingen te vinden zijn, o.a. op www.philobiblon.com/springback en op http://free.pages.at/buchbinden
Anton heeft in het boek 'Kantoorboekbinden' van W.Tick in het 33ste hoofdstuk eveneens een beschrijving gevonden van het maken van een springrug. Daar wordt het echter "eerste soort gebonden werk" genoemd.
In deel 7 van de Algrafische serie
(onder redactie van A.H.G.Blankenstein) wordt eveneens aandacht besteed aan de vervaardiging van de springrug in het hoofdstuk "kantoor-boekbinden". Het maken van een springrug moet, voor een ieder die dat wil proberen, dus nu wel mogelijk zijn!!!

Ik maak iedereen erop attent dat de boekbinderij van de Abdij De Benediktusberg nabij Vaals te bekijken is via hun site: http://www.benedictusberg.nl/boekbinderij.html
Mannen zijn er als gast enkele dagen welkom om het leven in het klooster mee te maken. Vrouwen kunnen er (nog) niet logeren.

Ik kaart ook even mijn probleem met tst aan. De gladde kant van dit materiaal heb ik tegen het gelijmde deel van het schutblad gelegd en tot mijn grote verbazing is na een paar uur een weinig uitgelopen stijfsel gehecht aan deze gladde kant, waardoor ik het geprinte schutblad beschadig als ik het tst-vel wil verwijderen. Ra, ra, ra hoe dit kan.
Helaas weet niemand van ons daarop het antwoord. Of het moet zijn de raad om voortaan alleen maar siliconenpapier,  bakpapier of plastic velletjes te gebruiken!!
Fem had tijdens het cacheren van batikstoffen ook al ondervonden dat tst zeer goed hechtte!  (zie verslag van mei 2007).

Marjolein heeft de smaak van zowel het werken met émalène als van de spattechniek goed te pakken. Ze heeft nog eens een fotoboek gemaakt op de manier die beschreven staat in het verslag van december 2007, dus met linnen stroken. De schutbladen heeft ze geheel in overeenstemming met de decoratie van het voorplat gespat. En de decoratie op het voorplat is weer met émalène tot stand gekomen. Het is een uiterst fraai album geworden.

Ook kan ze ons haar 4e boekmodel van Goddijn laten zien, de gotische band van de 15e eeuw. Al het gezwoeg op dit boek heeft nu dan geresulteerd in een prachtig gebonden boek met fraaie sloten en klavieren.

Vandaag buigt ze zich over het maken van de vlechtriempjes voor het 3e boekmodel, de Byzantijnse band.


Verschillende bbc-leden zijn met een Duitse band bezig. Fem heeft vaak problemen met knepen en wil dat eens goed in de vingers krijgen. Daarom roept ze de hulp in van Anton die daar totaal geen moeite mee heeft.
Op de eerste plaats ziet hij dat ze haar boek niet goed genoeg rondgezet heeft. "Hoe ronder  gezet, hoe beter de kneep geslagen kan worden". En op de tweede plaats keurt hij haar hamertje af: veel te licht. Een gewone 300 grams hamer geeft perfecte resultaten. En gelukkig heeft hij die bij zich. Dus gaan ze samen aan de slag.
Het is een foefje om het boek goed tussen de kneepplanken te hangen. Allereerst moeten er op het schutblad langs de rug lijnen getrokken worden die duidelijk aangeven tot waar de kneepplanken moeten komen. Die lijnen worden afhankelijk van de dikte van de borden zo'n 3 à 4 mm uit de rug getrokken.

Vervolgens wordt het boek tussen de kneepplanken in de blokpers gehangen en met kleine tikjes van de hamer komen de kneepplanken precies tot op de lijntjes. (zie onderstaande foto) Dan wordt de blokpers goed aangedraaid en kan het knepen beginnen.
Met de vlakke kant van een 300 grams hamer sla je rustig, aaiend, vanuit het midden van de rug de katernen naar de kneepplank, naar je toe. Door het gewicht van de hamer glijdt de hamer over de ronding van de rug. Zo worden beide kanten van de rug, aaiend naar je toeslaand, bewerkt.
Tenslotte wordt het laatste katern met de spitse kant van de hamer 90 of 45 graden over de kneepplank geslagen, van je af. Dit in tegenstelling dus van de andere slagen, die je juist naar je toe deed. Het is dus eigenlijk heel eenvoudig en Fem krijgt er helemaal de smaak van te pakken. Ze begrijpt nu ook waarom je een boekblok, dat je wilt rondzetten en knepen, in moet zagen en op vlastouw naaien. De kans dat je de touwen en het naaigaren kapot slaat, is aanmerkelijk kleiner dan de kans om dit te doen bij naaibandjes en garen. Die liggen op de rug en zijn dus veel kwetsbaarder. Dat kapotslaan van de naaibandjes gebeurt nu dus ook, maar met het lijmen van
de rug zal de schade wel te herstellen zijn.

Het is het beste én eenvoudigste om de boekrug te verlijmen terwijl het boekblok nog in de blokpers hangt. Met de punt van de hamer wordt de lijm tussen de katernen gemasseerd,
maar dat kan natuurlijk ook met een kwast gebeuren. En dan moet de boekrug drogen.

Jopie is bezig met kapitaalbesteken. Iedere beschrijving die ze in boeken, tijdschriften e.d. tegenkomt, wordt uitgeprobeerd op een proefboekje en daarna nog eens toegepast op een miniatuurboekblok. Zo heeft ze al een aardige verzameling, overzichtelijk opgeslagen in een vakjesdoos, die natuurllijk even door de bbc-leden uitgebreid bekeken moet worden.

Vandaag studeert ze met succes op een Islamitisch kapitaal. Jopie gebruikt borduurgarens voor het besteken van de kapitaaltjes en werkt met smalle perkamenten reepjes als kern,
geplakt in shirting.

Bert gaat ook kapitaal besteken, maar dan op de Duitse band die hij thuis al zover klaar gemaakt heeft. Híj werkt met gekleurd ijzergaren en vindt dat erg prettig, omdat dit garen niet gaat pluizen en niet wollig wordt. Als kern gebruikt hij dun touw, geplakt in shirting.

Hans heeft een oud Verkade-album op een markt gekocht om daar een Duitse band van te maken. Hij moest de katernen weer opnieuw naaien en daarbij stuitte hij direct al op allerlei problemen. Op ieder blad zijn immers plaatjes geplakt, die dus voor een enorme opdikking van het boekblok zorgen, terwijl de rug in verhouding redelijk dun blijft. Hij realiseert zich achteraf dat hij tijdens het naaien al beter mallen had kunnen gebruiken. Die gebruikt hij wel voor het opvullen van het boekblok alvorens met de ploeg de sneden te gaan snijden. Maar hij verkijkt zich op de brosheid van het papier, en heeft het boekblok waarschijnlijk niet strak genoeg en gelijkmatig kunnen klemmen, zodat er jammer genoeg happen in de sneden ontstaan.
Nu moet het boekblok gerond en gekneept worden, om vervolgens de op kraft  ge-plakte rug en de borden op de oren te plakken.
Maar dat is werk dat Hans thuis wil doen.
Hij wil nu verder met het vergulden met de elektrische rolfilet, om te ervaren wat het verschil is in werken met folie en werken met bladgoud.
Al heel gauw blijkt dat de plaatsbepaling van een te vergulden lijn met folie veel moeilijker is dan met bladgoud. De folie bedekt immers het te vergulden plat, zodat je hulpmiddelen moet bedenken om op de juiste plaats de lijn te zetten. Hans werkt langs een kartonnen mal, die hij tegen de lijn legt en daar voorzichtig de folie onderschuift. Het risico van verschuiven, en dus naast de lijn te komen, is erg groot.
Bovendien is het resultaat ook afhankelijk van de foliesoort. Jopie heeft een duidelijke kaart gekregen van Ed Elzenga (van boekbinderij Ed Elzenga uit Leusden), waarop de resultaten van de diverse soorten folie die voor kunstleer of linnen geschikt zijn te zien zijn. Ook zijn de
resultaten van de goudsnedefolies duidelijk weergegeven.

Werken met bladgoud heeft als voordeel dat de te vergulden lijn constant te zien is. Het bladgoud wordt met de rolfilet opgenomen van het goudkussen en vervolgens in de geprägde en met eiwit bestreken lijn gerold. Maar ook deze methode heeft zijn moeilijkheden, zoals het goed aanbrengen van het eiwit, het voldoende prägen van de lijn, het opnemen van het goud, de juiste druk geven op de rolfilet. Hans en Anton buigen zich samen over dit werk
Veel oefening zal nodig zijn om tot goede resultaten te komen.

aanbrengen van eiwit in de geprägde lijnen

Ik ben ook bezig met het vergulden en wil een lijntekening op een voorplat aanbrengen. Maar ik heb het me zelf veel te moeilijk gemaakt door een te klein patroon te gebruiken.
Het uitschieten met de rolfilet gebeurt dus regelmatig en ik krijg geen mooie aansluitingen van de lijnen. Ofwel het begin van de lijn ontbreekt, ofwel het eind schiet door, of is te kort. Bovendien concludeer ik dat op sommige plekken te weinig eiwit opgebracht is. Ik besluit tot correctiewerk over te gaan, door met een nat watje en een satéprikker overtollig en rafelig goud weg te halen. Vervolgens bedenk ik dat het met een foliepen misschien gemakkelijker is om de korte kleine lijnen te prägen. Dan bemerk ik dat met de hete foliepen het goud helemaal te verwijderen is!
En dus kan ik opnieuw beginnen.

Jaap en Anton houden zich vandaag bezig met 'sloopwerk': het uit elkaar halen van boek-blokken om de katernen te repareren en opnieuw te binden.

Zo is er zeer gevarieerd werk gedaan en heeft iedereen weer genoeg inspiratie om thuis verder te werken. De 'maartse' werkdag gaan we ons buigen over leer-inleg en leer-opleg en wijken we uit naar Lankhorst, waar we te gast zullen zijn op het oppasadres van Jopie!